‘Het drama zit er wel in, maar het is lichter’

Cor Klooster (76) was 35 jaar dirigent in de gemeenschap Meppel, dirigeert het districtsmannenkoor, zingt in het Meppeler Mannenkoor en schrijft arrangementen. Hij speelt cello, klarinet en een beetje orgel. Hij wordt geraakt door het apostolische drieluik over de Stille Week. Bij de tuinman uit de tekst denkt hij aan het overlijden van zijn vader.

EIKE0094 2.0.jpg

“Mijn ouders zongen vroeger altijd, zelfs tijdens de afwas. Dit inspireerde mij, ik ging met veertien jaar op mannenkoor en kocht mijn eerste grammofoonplaat van de Matthäus Passion. Later zong ik in het landelijk kleinkoor van het genootschap en maakte daar kennis met het drieluik voor de Stille Week. We waren vrij zware muziekstukken gewend, zoals de Matthäus Passion, dat eindigt met de tekst: Wij roepen u een afscheid toe. Dan is het klaar en blijf je achter in een soort desolate stemming. Maar de laatste regels van dit lied bieden nieuw perspectief: Al is hijzelf niet meer in leven, het licht van liefde is gebleven. Wat hij heeft opgebouwd, dat blijft. En dat draag ik verder uit.
Daarom sprak dit drieluik en met name het laatste deel mij enorm aan. Het drama zit er wel in, maar het is lichter, meer behapbaar. De titel Opstanding betekent dat je je herpakt, opricht en er weer voor gaat, dat je opnieuw begint. Dat doen wij ook met onze oude muziek: die is mooi, maar de teksten pasten niet meer. De nieuwe liederen zijn een verrijking van onze cultuur, met teksten die goed bij de muziek passen.
Met muziek zoek je achtergronden, wat bedoelt de componist, de tekstdichter, wat is het uitgangspunt geweest? Toen ik dit lied voor het eerst hoorde, dacht ik aan mijn vader. Ik was 28 toen hij overleed, hij was bij mij op bezoek, werd niet lekker en stierf diezelfde dag. Dat was heftig. Mijn voorganger bood troost. Ook, vooral, aan mijn moeder. Het is fijn als mensen je weer in balans proberen te krijgen.”

 

Uit het drieluik voor de Stille Week:
De opstanding

Een nieuwe dag.
Nadat het onheil was geschied,
blijven zij achter in verdriet
en zo alleen.
De vrouw die zoveel om hem gaf,
zoekt hem vertwijfeld bij zijn graf.
Waar is hij heen?
Zij treft alleen een tuinman daar.
En oog in oog onthult hij haar
een groot geheim:
‘Al is hijzelf niet meer in leven,
het licht van liefde is gebleven.
Het zal er zijn,
als wij er zijn.’
Amen.

Componist: Raymond Stoop, tekst: Hans Reinold.


 

Tekst Sophia Keizer 
Fotografie Pieter Eikeboom