Afronding meldpunt ApGen - mei 2023

De ‘Adviescommissie meldpuntregeling ApGen’ heeft ter afronding van haar werk een zgn. breed advies opgeleverd aan het bestuur van het Apostolisch Genootschap. Het breed advies is gebaseerd op de ervaringen van 207 (voormalig) leden van het Apostolisch Genootschap die zich vanaf 1 december 2020 tot 31 maart 2022 hebben gemeld bij het onafhankelijke meldpunt. Het bestuur van het Apostolisch Genootschap geeft in deze publicatie inzage in de bevindingen en adviezen van de commissie en haar reactie daarop. Aan de orde komen achtereenvolgens: de context waarbinnen de adviescommissie is ingesteld, de uitkomsten en adviezen en als afsluiting onze reactie.

Het meldpunttraject

Het breed advies van de commissie markeert de laatste fase van een traject, ingezet als reactie op de emoties die bij vele (voormalig) leden opgeroepen werden door de verschijning van het boek ‘Apostelkind’, een op autobiografische gegevens gebaseerde studie uit 2020, geschreven door Renske Doorenspleet. Hierin beschrijft zij haar jeugd binnen het Apostolisch Genootschap in de jaren 70 en 80. De eerdere fasen in het traject waren globaal: ongeveer 130 gesprekken met leden en oud-leden, waaronder de zogenaamde dialooggesprekken, een resultaatrapportage hierover met aanbevelingen, een publieke verklaring en excuses van het bestuur en de instelling van een onafhankelijk meldpunt (december 2020).

Uiteindelijk zijn 207 meldingen bij het digitale aanvraagloket binnengekomen. De adviescommissie heeft 22 bijeenkomsten gehouden in het Coachhuis, Oorsprongpark 7 te Utrecht, alwaar 66 melders zijn gehoord en 94 schriftelijke meldingen werden behandeld. De 160 adviezen, die hieruit zijn voortgekomen, waarbij de meldpuntregeling werd toegepast, zijn zo goed als altijd door het Apostolisch Genootschap overgenomen. In een enkel geval is een iets lager bedrag toegekend en in een aantal gevallen is een hoger bedrag toegekend. Voor 47 melders was het voldoende hun verhaal te doen. De belangrijkste drijfveer van deze melders was gehoord worden (en daarmee erkenning te krijgen) en mee te tellen voor aantallen (voormalige) leden die schade hebben ondervonden door hun opvoeding binnen het Apostolisch Genootschap.

Daarnaast zijn er diverse bijeenkomsten voor lotgenoten georganiseerd door Ted Bokhorst. Zij was de eerste contactpersoon van het meldpunt en heeft een professionele achtergrond op het gebied van slachtofferhulp. Ruim 100 mensen zijn - in een aantal sessies in kleine groepen - onder haar professionele begeleiding samengekomen. Dat was niet onder verantwoordelijkheid van de commissie, maar de commissie heeft diverse melders wel kunnen verwijzen naar die bijeenkomsten. Dat heeft de commissie ook bij herhaling gedaan, met name ook omdat verschillende melders lieten weten daar veel baat bij te hebben (gehad).

Het breed advies van de adviescommissie is uitsluitend gebaseerd op de verhalen, inzichten en wensen van de individuele personen die zich hebben gewend tot het onafhankelijke meldpunt (hierna te noemen: melders).

Uitkomsten van de contacten met de melders

Uit de gesprekken en de brieven kwam met name naar voren dat melders door de opvoeding in het Apostolisch Genootschap geen eigen identiteit hebben kunnen ontwikkelen. Er was sprake van gebrek aan zelfvertrouwen, pleasegedrag, angsten, niet boos kunnen worden, geen ‘nee’ durven zeggen en het extreem vermijden van conflicten. Veel melders hadden en hebben nog steeds het gevoel het nooit goed te kunnen doen. Ook ondervonden ze nadelen van het leven in een afgescheiden wereld, een parallelle werkelijkheid. Door meerdere melders werd melding gemaakt van ernstige, psychiatrische problematiek waarvoor ze behandeling volgden en soms nog volgen bij met name de GGZ.

Melders gaven aan dat hulp vragen buiten het genootschap ernstig ontraden werd, omdat alles altijd daarbinnen en door leden van het genootschap moest worden opgelost. Met name het afwijzen van professionele hulp op het gebied van seksueel gerelateerde onderwerpen, met het advies dit intern op te lossen, wordt als pijnpunt genoemd. Het gevolg was dat het aan adequate hulp heeft ontbroken.

Door verschillende melders is gezegd dat door de opgelegde liefdesaanbieding de levensstandaard werd uitgehold met verwaarlozing en gepest worden tot gevolg. Gepest worden kwam ook vaak voor als gevolg van de strenge kledingvoorschriften en andere gedragsregels.

Voorts hebben de meeste melders het boek van Renske Doorenspleet gelezen en zijn zij haar dankbaar dat zij het -voor hen herkenbare- Apgen-leven, op papier heeft gezet. Door haar verhaal vielen ‘vele stukjes op zijn plek’ en het gaf bevestiging van de invloed van de Apostolische opvoeding. Een aantal melders vindt het dringend gewenst aan Renske excuses te maken.

Verschillende melders hebben verzocht hun eigening1 ongedaan te maken2.

Tientallen (ex-)leden hebben, zowel schriftelijk als mondeling, bij de commissie gemeld af te zien van een financiële vergoeding, maar er bij de adviescommissie wel op aangedrongen het Apostolisch Genootschap te adviseren om op diverse terreinen een breder -onafhankelijk- onderzoek uit te laten voeren, zoals onderzoek naar het sektarisch karakter van het Apostolisch Genootschap, met name onder de apostelen Slok sr en jr., de richtlijnen jeugdverzorging in de jaren ’70, ’80 en ’90 en onderzoek naar de gevolgen van het opgroeien binnen het Apostolisch Genootschap, in die tijd.

Bevindingen en conclusies van de adviescommissie

De adviescommissie constateerde dat hoe fanatieker (het bestuur begrijpt: met name in het navolgen van normen) en afhankelijker van de apostel en hoe strakker het ‘regime’ van ouders was, des te groter de beschadigingen van de kinderen waren.

De adviescommissie acht de beschreven ervaringen en de gevolgen daarvan zo goed als altijd consistent en in de kern eenstemmig: causaliteit tussen de opvoeding in het Apostolisch Genootschap en die gevolgen acht de commissie daarom bij de melders voldoende aannemelijk. Er is in een aantal gevallen ook sprake geweest van multicausaliteit, waarbij een deel van de gevolgen werd veroorzaakt door de opvoeding binnen het genootschap, maar er ook andere factoren meespeelden.

De adviescommissie heeft geen aanleiding om vast te stellen dat er sprake is geweest van structureel seksueel misbruik door verzorgers of andere ambtsdragers binnen het Apostolisch Genootschap3. De adviescommissie constateert dat het heeft ontbroken aan doorverwijzen naar professionele hulp bij leden als die slachtoffer werden van misbruik. Dit los van de vraag of daarbij een relatie zou kunnen worden gelegd met de cultuur binnen het genootschap. Het verhullen of toedekken van voorkomend seksueel misbruik heeft geleid tot ernstig (secundair) trauma bij de slachtoffers.

De commissie acht de eerder gemaakte algemene excuses niet voldoende. Openheid, verantwoording en met name expliciete erkenning van de schadelijke gevolgen van opvoeding, zoals die in de cultuur onder de apostelen Slok sr. en Slok jr. werd vormgegeven, zijn volgens de commissie van groot belang.

De commissie ziet vooralsnog geen zaken die de huidige organisatie kan verbeteren en kan op basis van het gehoorde geen andere aanbevelingen doen.

Adviezen van de commissie

Zielsverzorging door ondeskundigen en onprofessionele hulpverlening moet worden ontmoedigd. De commissie ziet het als een goede zaak dat het Apostolisch Genootschap na de eeuwwisseling stappen heeft gezet in het kader van de veiligheid van de leden.

De commissie adviseert te onderzoeken in hoeverre tegemoetgekomen kan worden aan de nadrukkelijke wens van verschillende melders om verder onderzoek te doen naar het opgroeien in het genootschap van voor de eeuwwisseling (met volgens een aantal melders een gesloten, sektarisch karakter) en de gevolgen daarvan. De jeugdrichtlijnen uit die tijd moeten in dit onderzoek betrokken worden.

De commissie stelt het bestuur voor om Renske Doornspleet als afronding van dit traject (publiekelijk, dus ook elders dan op de website) te bedanken voor het schrijven van haar boek.

De commissie adviseert met klem de resultaten van dit brede advies te delen, door deze bijvoorbeeld te publiceren op de website van het Apostolisch Genootschap, zodat de (voormalig) leden hiervan kennis kunnen nemen.

Wat doet het bestuur met de adviezen?

In de eerste plaats noopt de inhoud van het rapport van de adviescommissie ertoe royaal te erkennen dat de melders schadelijke gevolgen hebben ondervonden van hun opvoeding in het genootschap in de periode voor de eeuwwisseling en dat voor meerdere melders die schadelijke gevolgen ernstig te noemen zijn en nog steeds in hun leven doorwerken.

Wij erkennen dat er destijds fouten zijn gemaakt in de bejegening van mensen en dat in de volle breedte van het genootschap een cultuur heerste waarin een en ander ongecorrigeerd kon plaatsvinden.

Gezien de uitkomsten van de meldingen bij de adviescommissie en de gesprekken die daaraan voorafgegaan zijn, delen we het belang dat gehecht wordt aan goed onderzoek naar de effecten van een religieuze opvoeding in deze specifieke context. We gaan daarom actief op zoek naar een wetenschappelijk instituut dat dit onderzoek in een academische setting en binnen de daarbij behorende waarborgen wil uitvoeren. Het bestuur zal vervolgstappen overwegen mochten de uitkomsten van het onderzoek hiertoe aanleiding geven.

Verder toetsen wij samen met de externe vertrouwenspersoon of het huidige beleid op het gebied van geestelijke zorg en sociale veiligheid verder moet worden aangescherpt naar aanleiding van de inhoud van het rapport.

Wij hechten eraan te schrijven dat we erkennen dat met het verschijnen van het boek Apostelkind de negatieve kanten en gevolgen van een gedeelte van onze geschiedenis bloot zijn gelegd. Het bestuur dankt de schrijfster daarvoor.

Het bestuur maakt voorts bekend dat het genootschap op grond van de meldpuntregeling uit coulance aan 134 melders een financiële tegemoetkoming heeft toegekend, in veruit de meeste gevallen ter zake van gemaakte of nog te maken kosten voor psychische hulp. Het gemiddeld per melder uitgekeerde bedrag bedroeg € 4100,--.

In de brieven die het bestuur aan melders stuurde over de toekenning van een financiële tegemoetkoming, heeft zij – nu persoonlijk - haar excuses aangeboden. Daarin is de wens uitgesproken dat het zou bijdragen aan de verwerking van het leed.

We plaatsen deze publicatie op apgen.nl en sturen een persbericht uit. Een link naar de integrale tekst van het breed advies treft u hier aan.

Slotwoord bestuur Apostolisch Genootschap

Het bestuur van het Apostolisch Genootschap is de adviescommissie en Ted Bokhorst dankbaar voor de deskundige en vertrouwenwekkende wijze waarop zij haar werkzaamheden in het kader van het meldpunt hebben verricht en de mede daardoor gegroeide inzichten.

Het bestuur hoopt van harte dat degenen die zich bij het meldpunt hebben gemeld zich gehoord en gezien hebben gevoeld en dat dit heeft bijgedragen aan (een begin) van verwerking van het leed dat is ontstaan.

Aangezien een groot deel van de melders niet bij het genootschap bekend is (vanwege de vertrouwelijkheid die de adviescommissie in acht nam), moeten wij erop vertrouwen dat onze reactie adequaat is geweest.

Hoewel het een confronterend traject is geweest, zijn we uiteindelijk dankbaar dat dit onderbelichte deel van onze geschiedenis aan het licht is gekomen dat we de schaduwkanten van onze geschiedenis hebben kunnen aankijken en ervan (hebben) kunnen leren.

Als bestuur willen we niet anders dan aan allen die schadelijke gevolgen hebben opgelopen bij deze onze oprechte en welgemeende excuses aanbieden.


NOTEN
1 De ‘eigening’ was een sacramentele handeling die verbonden was aan het oudtestamentische begrip ‘Eigendom Gods’. Door de handeling werd men geëigend voor het werk Gods en erkende men de apostel als Gezalfde Gods. Deze handeling werd -als niet meer passend bij de denkwereld- in 1994 afgeschaft.

2 Hier is in alle gevallen gehoor aan gegeven en symbolisch in voorzien door de originele ledenkaart met de aantekening van de eigening over te dragen aan de betreffende melder, dan wel deze in overleg met de melder te vernietigen en de vermelding in oude (papieren) lidmaatregisters onleesbaar te maken.

3 Alhoewel de adviescommissie geen structureel seksueel misbruik door verzorgers/ambtsdragers heeft vastgesteld zijn er wel gevallen bekend; het bestuur kent vijf situaties waar dit in de beschreven periode aan de orde is geweest.