Vanwege een veiligheidsupdate moet je wellicht je wachtwoord wijzigen als je wilt inloggen op onze website. Dank voor je begrip!

Werkvormen bij de vier kaarten

Begin dit jaar ontvang je elke maand vier kaarten over de thema’s vertrouwen, verwondering, verbinding en verantwoordelijkheid. Op elke kaart staan drie vragen op de achterkant om zelf over na te denken of om samen met anderen over in gesprek te gaan.

Ideeën nodig over wat je met de kaarten kunt doen? Zie hieronder de werkvormsuggesties.

Werkvormsuggesties voor gesprekken

  1. Vraag de deelnemers aan het gesprek iets mee te nemen (object, foto, gedicht, liedje, uitspraak of …) wat voor hen past bij het thema dat jullie gaan bespreken. Als de groep groot is, vorm dan kleinere groepjes en vertel elkaar over het meegebrachte object. Bespreek hierna jullie antwoorden op (een van) de vragen op de kaart.
  2. Verzamel zelf thuis allerlei plaatjes die gedachten of gevoelens kunnen weergeven die passen bij het thema (vertrouwen, verwonderen, verantwoordelijkheid, verbondenheid). Leg die op een grote tafel en laat ieder bij aanvang van het gesprek een beeld kiezen dat het beste hun gevoel weergeeft bij het thema. Hierna kun je ingaan op een of meerdere verdiepingsvragen op de kaart.
  3. Maak met elkaar een Loesje. Geef iedereen twee vellen blanco papier.
    1. Ieder schrijft op één van de vellen alles op wat volgens hem/haar met het thema te maken heeft. Mag kriskras door elkaar en gedurende één minuut.
    2. Houd het beschreven blad bij je.
    3. Leg het andere, nog lege blad voor je.
    4. Schrijf bovenaan een halve zin over het thema. Bijv. Vertrouwen is als …’ of ‘Alleen vertrouwen kan …’ ‘Van vertrouwen krijg ik …’ enz. Probeer zo creatief en origineel mogelijk te zijn.
    5. Als je een halve zin hebt, geef het blad dan door aan degene die rechts van je zit.
    6. Hij of zij maakt dan jouw zin af en schrijft dat onder jouw halve zin. Jij doet hetzelfde bij degene van wie jij dan het blad krijgt.
      Bijvoorbeeld: Vertrouwen is als …
      … een ketting die nooit breekt’
    7. Als je klaar bent, geef je jouw blad weer door naar rechts. Dat doet iedereen net zo lang tot het blad waarop jij je eerste halve zin hebt gezet weer bij jou is.
    8. Je hebt dan een blad waarop jouw halve zin staat, aangevuld met heel veel andere zinnen.
    9. Kies één van de zinnen die voor jou het beste bij het thema past. En zie daar, je eigen Loesje.
    10. Lees ze vervolgens aan elkaar voor en ga er eventueel over in gesprek.

Tip
Lijst de Loesjes in, schilder ze op tegeltjes, hang ze op of projecteer ze tijdens de dienst.

  1. Houd een stillewand-discussie.
    1. Hang aan de wand(en) grote vellen met verschillende stellingen/vragen/uitganspunten. Bijvoorbeeld:
      • Verwondering betekent voor mij …
      • We hebben geen tijd meer voor verwondering
    2. Ieder schrijft zonder te praten een reactie onder de uitspraak /stelling/vraag. Het is extra interessant als je in stilte, schriftelijk ook op elkaar reageert
    3. Als iedereen klaar is, ga je over de reacties met elkaar in gesprek
  2. Interview: kies een gesprekspartner en stel diegene een aantal vragen over het thema. Draai daarna de rollen om. Wanneer elk tweetal klaar is, deel je met de groep welke vraag jij aan je gesprekspartner hebt gesteld en wat het antwoord was (overleg eerst of dat oké is).
  3. Kies een gedicht over vertrouwen, verwondering, verbondenheid of verantwoordelijkheid. Laat ieder dat gedicht voor zichzelf lezen en bespreek daarna wat het ieder te zeggen heeft. Luister goed naar elkaar en stel elkaar verhelderingsvragen. In een grote groep kan niet iedereen aan de beurt komen. Vraag of dat oké is of ga in kleine groepjes uiteen.

Tot slot, geen werkvorm voor een gesprek, maar ook boeiend: stel een of enkele vragen aan iedereen in de gemeenschap (bijvoorbeeld via e-mail, nieuwsbrief of mededelingen) en gebruik de antwoorden (eventueel anoniem) tijdens een dienst of vraag mensen hun antwoord zelf toe te lichten.