Vanwege een veiligheidsupdate moet je wellicht je wachtwoord wijzigen als je wilt inloggen op onze website. Dank voor je begrip!

Het verhaal van Gerben

Gerben: “Als ik benoem wat ik voel, komt er ruimte voor oplossingen”

Blijven oefenen

“Ik zat in een band, met toffe gasten en we maakten goeie muziek. Met twee keer in de week repeteren en eens per maand optreden zou het allemaal nog veel beter gaan. Maar ja, wilden we dat wel, als jonge vaders? En wat voor soort muziek wilden we eigenlijk maken? Daar was geen overeenstemming over.”

“Ergens wist ik dat we het erover moesten hebben, maar dat deden we niet. Vervolgens kon een van de bandleden niet meer wekelijks repeteren. Ook daarover gingen we niet in gesprek, het bleef steken bij ‘ja, wat nu?’ De band ging kapot. Zonde, maar ook een mooie les.

Ruimte voor oplossingen
Situaties waarin je voelt: dit loopt niet lekker, daar ben ik supergevoelig voor. Door de jaren heen heb ik geleerd hoe belangrijk het is de moed te vinden om te benoemen wat ik voel. In het verleden twijfelde ik nog weleens of het wel klopte wat ik voelde en sprak me niet uit. Intussen weet ik dat als ik gewoon zeg: ‘hé, ik merk dat hier iets speelt’, er al heel snel een deur opengaat. Dat er dan ruimte komt voor oplossingen.

Gezamenlijk belang
Ik leerde dat het allerbelangrijkste is om eerst een goed beeld te krijgen van het probleem en daarna pas te handelen. Daar heb ik zelfs m’n werk van gemaakt. Als planoloog houd ik me bezig met ruimtelijke projecten waarbij veel verschillende partijen moeten samenwerken. Vaak lijkt het gezamenlijk belang vrij snel duidelijk.

Toch leerde ik kritisch ernaar te kijken. Als ik met iedereen echt in gesprek ga, onderzoek wat de ander drijft, dan komen er vaak heel andere dingen naar boven. Pas als we dat op tafel leggen, als alles helder is, kan er een goed idee ontstaan waar iedereen zich aan wil verbinden.

 

“Door de jaren heen heb ik geleerd hoe belangrijk het is de moed te vinden om te benoemen wat ik voel”

Deze manier van werken loont en mensen worden er blij van. Dat laatste vind ik heel belangrijk. Wel moet ik mezelf scherp houden: heb ik alles te pakken? Kan ik naar de volgende stap of moeten we nog even de diepte in? Denk ik niet te ver vooruit? Soms kan een oplossing heel goed zijn, maar is de timing ongelukkig. Dan landt het niet, omdat ik in mijn hoofd al verder ben en te snel ga voor de ander.

Zie ik iets gebeuren?
Goed kunnen timen, aanvoelen of iedereen aan boord is, benoemen wat er speelt: dat is blijven oefenen. Ik doe dat door naar m’n onderbuikgevoel te luisteren en goed naar de ander te kijken. Zie ik iets gebeuren? En dat dan teruggeven. Ik ben er zeker van dat als ik dat had gedurfd met de band, we waarschijnlijk bij elkaar waren gebleven, maar net op een andere manier. Op een manier die ons allemaal beter paste.”

Tekst: Merel Bevaart
Fotografie: Vincent Boon