‘Elkaars slijpsteen zijn, dat was zijn idee van een gezonde relatie’

Sia Kreeberg uit de gemeenschap Amsterdam-Slotervaart leerde anders kijken naar zichzelf dankzij haar vriend Cor met wie ze ruim dertien jaar samen was. Hij overleed begin dit jaar.

“Via een wandelsite ontmoette ik Cor, een ras-Amsterdammer. Hij nam geen blad voor de mond. Intuïtief voelde ik dat ik dit nodig had, iemand die anders naar situaties keek en de moed had dingen te benoemen. Ik had grote teleurstellingen meegemaakt en vond het lastig daarmee te dealen. Ik kreeg van hem geen gelijk of medelijden. Wel vragen als: ‘Denk je dat het leuk was om met jou getrouwd te zijn?’ of ‘Hoe denk je dat het is om jouw werkgever te zijn, of jouw collega?’ En ook: ‘Wat zoek je in de apostolische gemeenschap?’ Het waren geen vileine opmerkingen, maar oprechte vragen die ik niet een, twee, drie kon beantwoorden.

Vanuit een ander perspectief naar mezelf kijken vond ik niet eenvoudig. Soms raakte ik in paniek en verbrak dan de relatie, of wilde abrupt stoppen met het Apostolisch Genootschap. Cor reageerde verbaasd en zei: ‘Als je een kunstwerk niet goed kunt overzien, moet je een paar passen achteruitzetten, niet het museum uitrennen.’

Fijnschilderen
In al het geploeter om een helderder beeld van mezelf te krijgen, te herkennen waar mijn valkuilen lagen, zag ik over het hoofd dat ook Cor bevraagd wilde worden. Ook dat moest ik leren. Elkaars slijpsteen zijn, dat was zijn idee van een gezonde relatie.

Zijn intrigerende, Socrates-achtige vragen, werden door weinig mensen op prijs gesteld. De opmerking ‘Dat jij met deze man omgaat’ kreeg ik een aantal keren te horen. Één keer te veel en ik besloot dat, buiten mijn kinderen om, onze relatie niemand iets aanging.

Vijf jaar geleden kreeg Cor Parkinson en leerde hij mij opnieuw een les. Zijn grootste hobby, fijnschilderen, lukte niet meer. Maar hij verdiepte zich via internet in abstract schilderen met grotere, nog te hanteren kwasten en maakte verrassend mooie schilderijen.

Mijn ‘kunstwerk’
Langzamerhand gleed ik in de rol van mantelzorger. Door de dreiging van het coronavirus kwam Cor de deur niet meer uit, het lopen ging steeds moeilijker. We besloten te verhuizen naar de kop van Noord-Holland: ik vond een huis in Julianadorp, vlakbij het strand, hij wilde daar naar een aanleunwoning zodat niet de hele zorg op mijn schouders zou komen. Eind november ben ik verhuisd, voor Cor is het er niet meer van gekomen. Op 27 januari overleed hij, zijn laatste uren waren wij samen.

Opnieuw moet ik dealen met teleurstelling. Maar ik heb geleerd om van tijd tot tijd afstand te nemen om ‘mijn kunstwerk’ te bekijken. En zo te ontdekken wat ik verder kan uitwerken.”


Tekst Sia Kreeberg
Fotografie Robin Blaauw