In memoriam Jan Lambertus Slok

apgen-in-memoriam-jan-lambertus-slok.jpg

23 oktober 1930 - 11 november 2025


Jan Lambertus (Berry) Slok werd geboren op 23 oktober 1930 in Schiedam. Hij groeide op in een gezin dat toegewijd was aan het Apostolische Werk.

Zijn vader, Lambertus Slok (1904-1984) vervulde verschillende functies binnen de Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen (HAZEA) en werd in 1946 geroepen als apostel, een roeping die leidde tot de afsplitsing van het Apostolisch Genootschap van de HAZEA. Jan Lambertus trouwde in 1954 met Mina Margaretha Zwaan; samen kregen ze twee kinderen.

Na een maatschappelijke carrière, hoofdzakelijk in Tilburg, kwam hij in 1965 in dienst van het genootschap als administrateur. In 1971 werd hij aangewezen als voorganger van de gemeenschap Hilversum-1 en in 1976 als districtsvoorganger. Kort daarop volgde hij de overleden opziener U. de Boer op, een functie die hij deelde met opziener E.J. Scheeper.

Begin jaren tachtig, toen de gezondheid van zijn vader achteruitging, werd hij apostelhelper. Na het overlijden van zijn vader in 1984 werd hij bij testament zelf als apostel geroepen.

Als apostel wilde Jan Lambertus de erfenis van zijn vader eren, maar had hij ook de vastberadenheid om ingrijpende veranderingen door te voeren binnen het genootschap. Het testament van zijn vader gaf hem de ruimte om dit te doen door zijn opvolger te omschrijven als: ‘moedig het platgetredene en minder juiste en – bruikbare bezijdigend en steeds voor een nieuwe denkwereld openstaande’.

De kern van zijn geloof formuleerde hij in 1997: ‘Uitgaande van de verantwoordelijkheid van de mens voor een zorgvuldig beheer van Gods schepping en voortbouwend op de grondslag die Jezus van Nazareth met zijn woord en levenshouding heeft gelegd (...) mensen inspireren God te openbaren als liefdemacht.’ In meer dan 800 pastorale brieven (‘weekbrieven’) die hij wekelijks aan de leden van het Apostolisch Genootschap zond en die de basis vormden van de plaatselijke erediensten, ontwikkelde hij, samen met zijn medewerkers, zijn geloof, en gaf hij zijn liefdevolle aandacht. Hij voelde zich niet gebonden aan dogmatische formuleringen, maar ‘bleef ontvankelijk voor nieuwe inzichten’.

Jan Lambertus hervormde het bestuur van het Apostolisch Genootschap tot drie leden, onder wie de apostel, en stelde een raad van toezicht aan. Onder zijn leiding onderging het genootschap belangrijke veranderingen, gericht op modernisering en gelijkwaardigheid. Hij schafte het gebruik af dat mannen en vrouwen gescheiden zaten tijdens de eredienst en benoemde voor het eerst vrouwen als geestelijk verzorgers. Het Apostolisch Genootschap werd een van de eerste kerkgenootschappen in Nederland waar alle relaties als gelijkwaardig werden beschouwd, ongeacht seksuele geaardheid. Met deze beslissingen sloot hij aan bij de veranderende maatschappelijke context van de late 20e eeuw.

Hij moedigde mensen aan om zich bewust te zijn van hun innerlijke kracht en identiteit. Hij was hen nabij, maar creëerde ook begrip voor de noodzaak om tijdig professionele hulp in te roepen wanneer dat nodig was. Hiervoor gebruikte hij een opgebouwd netwerk van deskundigen op verschillende terreinen.

Ook binnen de rijke muziekcultuur van het genootschap voerde hij veranderingen door. Samen met zijn vrouw zorgde hij voor meer aandacht voor geestelijk eigendom en maakte hij bronvermelding standaard. Er kwamen nieuwe liederen met moderne teksten voor verschillende koren en er kwam een geheel nieuwe bundel voor het zangkoor en voor de gemeenschappelijk te zingen liederen.

Onder leiding van Jan Lambertus trad het genootschap meer naar buiten. De huisstijl werd aangepast en voor het eerst werd een brochure over het genootschap uitgebracht. In 1992 werd in Enkhuizen een expositie- en documentatiecentrum geopend voor bezoekers van binnen en van buiten het genootschap. De expositiegidsen boden een helder beeld van het gedachtegoed van het genootschap:

het besef deel te zijn van een groot geheel. In 1997 werd de eerste website gelanceerd om het apostolische gedachtegoed verder te verspreiden.

In 2000 vond de eerste J.H. van Oosbreelezing plaats, een stap naar kritische reflectie op de ontwikkeling van het genootschap. In 2001 werd de stichting J.H. van Oosbreelezing opgericht, die sprekers van zowel binnen als van buiten het genootschap aantrok. Het merendeel van hun lezingen over de relatie van de apostolische cultuur met andere levensbeschouwelijke stromingen en maatschappelijke ontwikkelingen werd gepubliceerd.

In 2001 droeg Jan Lambertus na 17 jaar als apostel te hebben gediend, zijn functie over aan Dick Riemers. Hiermee brak hij met de traditie dat een apostel zijn functie tot aan zijn dood uitoefent. Tijdens zijn leven zag hij in 2011 Bert Wiegman tot apostel worden geroepen, en in 2022 geen nieuwe apostel, maar twee eerstverantwoordelijke voorgangers: Nanda Ziere en Marten van der Wal.

Jan Lambertus Slok zal herinnerd worden als toegewijd aan de apostolische levensbeschouwing, maar ook als empathisch en betrokken. Onder zijn leiding werden veel noodzakelijke hervormingen doorgevoerd die het genootschap hebben gemoderniseerd en het een volwaardige plaats hebben gegeven in het Nederlandse religieuze landschap.