Dood zijn duurt zo lang

Enige weken geleden overleed Aart Staartjes. Een held uit mijn jonge jaren, ‘mijn’ meneer Aart. In die week gaf DWDD een eerbetoon aan deze bijzondere man. Wat mij erg raakte was de ode van zijn goede vriend, Bert Plagman. Bij mij beter bekend als Tommie. Hij zong, speciaal voor zijn dierbare vriend, het lied Dood zijn duurt zo lang. Ik heb het Tommie de afgelopen weken wel honderd keer in mijn gedachten horen zingen. Elke keer weer krijg ik kippenvel. Waarom raakt dit lied me zo?

Misschien komt het doordat ik de emotie die uit het lied spreekt zo herken. Ik herken het beangstigende gevoel dat dood zijn in mij oproept. Dood zijn duurt toch ook gewoon ontzettend lang? En dan die vragen: “Als je dood bent, droom je dan? En, waar droom je van?” Herkent u ze ook?

Zijn het niet allemaal existentiële vragen? Over het verlangen van mensen om het wonder van het leven te begrijpen, te weten wat de zin ervan is. Gaan die vragen niet over onze zoektocht naar de oorsprong, het waarom en over het graag betekenis willen geven?

Het zit in ons ingebakken hierover na te denken. Nooit over uitgedacht te raken. En gelukkig leven we in een land waar we onze eigen antwoorden mogen geven.

Ik herken me in het antwoord van Tommie. Als hij opeens beseft dat hij ‘zich weer veel te naar maakt’ laat hij ‘gewoon het lampje aan’. Voor mij is dat lampje het intense gevoel dat ik heel veel van dit leven hou. En dat ik voluit wil leven in de mij gegeven tijd. Hoeveel tijd ik heb? Geen idee. Daarom is het me ernst om het leven voluit te leven, hier en nu. Om een liefdevol mens te zijn met armen zo wijd als de hemel. Net als meneer Aart …

 


 

Marten van der Wal


Marten van der Wal

Voorganger Apostolisch Genootschap

 

 

 

Tekst geschreven voor de Harderwijker Courant, 5 februari 2020